Kommentar
Den Verbindungssatz innerhalb der Sammelvita von van Mander spart Sandrart aus: »Marcus hadde tot zijn medegheselle een ander Calabrees, die oock lange tijdt te Room wrocht met Ioan van Vdine, doende oock daer veel wercken op hem selven, als eenige ghevels van wit en swart: oock in de Kerck van Trinita, de Capelle van d’Onfancknis in’t nat, met grooter ervarentheyt en vlijt.« (vgl. Mander, Schilderboek, T’leven van Marcus, en Nicolaes, Calabresen, hier zitiert nach der Ausgabe von 1604, vgl. Online-Ausgabe DBNL, fol. 133r [Accessed: 2011-11-07. Archived by WebCite® at http://www.webcitation.org/631IxUe4Y]).
Kommentar von Christina Posselt — 19.07.2011